Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Mensenkind! [1]zet uw aangezicht tegen de [2]kinderen Ammons, en profeteer tegen dezelve; 1. Zie boven hfdst.6 vs.2. 2. Zie Jer.49:1, enz., en boven hfdst.21 vs.28, enz. Ammonieten, Moabieten, Edomieten en Filistijnen waren alle vijanden van Gods volk; Ammon en Moab, in het oosten over de Jordaan, Edom in het zuiden, de Filistijnen in het westen langs de Middellandse zee.